Weet jij wat je zegt?
De vader van Romée is Indisch, zijn vader en moeder komen uit Java. De vader van Myrthe is ook Indisch, en haar moeder is Nederlands. De termen Indisch en Indonesisch liggen gevoelig en worden vaak verkeerd gebruikt. Het verkeerd gebruiken van woorden gebeurt regelmatig, ook in het dagelijks leven. De leerlingen gaan daar in deze opdracht verder over nadenken.
De opdracht
Bekijk samen met de klas de video van Romée en Myrthe. Soms is het lastig en moet je zoeken naar welke woorden of benamingen je wel en niet kunt gebruiken. Dat geldt niet alleen voor het onderscheid tussen Indisch en Indonesisch, maar komt op een heleboel vlakken voor.
Verdeel de klas in groepjes of duo’s. De leerlingen gaan een gesprek voeren over woorden die je wel en niet kunt gebruiken. Weten zij eigenlijk wat ze zeggen? Geef hen onderstaande vragen mee:
Zijn er woorden die je bij je vrienden wel gebruikt, en bij je ouders niet? En andersom?
Welke woorden zijn beladen?
Welke woorden liggen gevoelig?
Met welke woorden identificeer jij je, waar herken jij je in?
Laat de leerlingen in 2 minuten zoveel mogelijk woorden bedenken waarover ze twijfelen. Geef ook voorbeelden als de klas zelf weinig kan bedenken, denk aan:
Hollanders of Nederlanders? Iemand uit onder andere Limburg, Brabant, Zeeland of Groningen een Hollander noemen, ligt gevoelig. Hollanders zijn immers mensen uit Noord- en Zuid-Holland.
Het benoemen van iemands huidskleur is ook niet altijd even gemakkelijk.
Het woord ‘nicht’ dat wordt gebruikt voor homoseksuele mannen. Dit kan zeker als beledigend gezien worden, maar sommige mensen zijn zich daar niet van bewust.
Vraag de leerlingen daarna naar de volgende punten:
Zijn er woorden die de leerlingen thuis gebruiken die ze ook terug horen wanneer mensen/ vrienden straattaal gebruiken? Denk aan woorden zoals ‘osso’.
Waar halen de leerlingen hun woorden vandaan? Leren ze die van vrienden, van hun sportclub, van muziek of misschien van games of social media?