Mijn vaandel
De vaandeldrager was een belangrijk persoon in een compagnie. Hij liep niet voorop, maar een paar rijen naar achteren, waar hij goed beschermd was. Het vaandel mocht niet in verkeerde handen komen, het was namelijk de trots van de compagnie. De leerlingen gaan in groepjes een symbool ontwerpen voor hun eigen vaandel.
Bekijk de video over De Vaandeldrager van Rembrandt. Voor de soldaten in de compagnie was het vaandel verbonden aan hun identiteit. Je kon eraan zien uit welke stad de compagnie kwam, of er waren andere symbolen op afgebeeld die belangrijk voor hen waren. Bekijk met de klas de volgende afbeeldingen:
Dit is het vaandel van een militaire compagnie uit Overijssel uit het einde van de achttiende eeuw.
Op dit vaandel staat Sint Christoffel afgebeeld. Van wie dit vaandel uit het begin van de achttiende eeuw precies was, is niet duidelijk.
Vraag de leerlingen: welke symbolen of voorwerpen zien ze? Staat er ook tekst bij?
Vertel dan: Dit zijn voorbeelden van historische vaandels. Een wapenschild of een afbeelding van de stad waar de soldaten vandaan kwamen, zag je vaak op vaandels. Maar op het tweede vaandel zie je ook de heilige Sint Christoffel.
Vraag de leerlingen of ze kunnen bedenken waarom een compagnie Sint Christoffel op hun vaandel zouden zetten. Het idee van een symbool op een vlag om te laten zien waar je bij hoort, is niet verdwenen. Denk bijvoorbeeld aan vlaggen met het logo van je voetbalclub erop. Ook in games of films komen regelmatig vaandels voor. Zoals deze vaandels uit Harry Potter.
Vraag de leerlingen of ze zelf ook een voorbeeld hebben van een vaandel uit de populaire cultuur (sport, muziek, games, enzovoort). Laat een aantal leerlingen aan het woord. Verdeel daarna de klas in groepjes van 4-5 leerlingen. Elk groepje gaat een eigen logo/symbool maken voor hun vaandel. Ze bedenken welk symbool of logo past bij wie zij zijn als groepje. Ze moeten er bij hun logo/symbool rekening mee houden dat hun symbool goed te zien is op hun vel papier. Het is niet de bedoeling dat ze heel veel tekst gebruiken, ze mogen daarom maximaal 1 woord gebruiken in hun logo/symbool. Daarna gaan ze dit tekenen, schilderen of digitaal ontwerpen. Ze mogen ook fotocollages of andere technieken gebruiken.