20 minuten (video 7:30)

Informeren, illustreren

Elektriciteit - weerstand - vermogen - spanning - stroom

In dit filmpje legt Meneer Wietsma uit wat het verband tussen vermogen, spanning en stroom is en hoe je hiermee de weerstand van elektrische apparaten kunt berekenen. Hierin gebruikt de docent handige voorbeelden die gemakkelijk te begrijpen zijn voor leerlingen.

Leerdoelen:

De leerling kan het begrip ‘elektrische weerstand’ uitleggen.

De leerling kan de elektrische weerstand berekenen met behulp van het verband tussen vermogen, spanning en stroom.

De leerling kan het begrip ‘weerstand’ uitleggen a.d.h.v. toepassingen uit het dagelijks leven (bijvoorbeeld een watersysteem).

Vragen aan de klas:
Voorkennis: gebruik van de Wet van Ohm.

Welke vergelijkingen voor spanning, stroom en weerstand maakt de docent in het filmpje?

Rangschik de volgende apparaten naar weerstand: koelkast (800W), haardroger (500W), oven (2000W). De apparaten zijn allemaal aangesloten op het lichtnet. Wat valt je op?

De draad waarmee apparaten zijn aangesloten op het lichtnet, zijn vaak van koper gemaakt. Als je alleen kijkt naar de draad, hoe zou je de weerstand kunnen vergroten/verkleinen?

Varieer een keer!

Lestip: Analogie aan elektrische weerstand
Materiaal: 3 (of meer) doorzichtige buizen/maatcilinders met verschillende dikte en lengte. Zorg er wel voor dat deze lang genoeg zijn om het effect van het vullen van het water te kunnen waarnemen.
Vul elk van de buizen met water en probeer dit zo gelijk mogelijk te doen. Wat neem je waar? Welke buis raakt het snelst vol en hoe kun je dit vertalen naar elektrische weerstand in een draad?