Licht verplaatst zich in rechte lijnen. Als je dat blokkeert, is het daarachter donker. Dat noemen we schaduw. In dit filmpje, afkomstig van het YouTubekanaal ACNatuurkunde, wordt uitgelegd hoe leerlingen de grootte van de schaduw kunnen tekenen, maar ook hoe ze daarmee kunnen rekenen.

Begrippen: lichtstraal – schaduw – lichtbundel - vergrotingsfactor

Leerdoelen:

• Je beschrijft met een constructietekening beschrijven dat als licht van een uitgebreide lichtbron op een niet-transparant voorwerp valt, deze schaduw dezelfde vorm heeft en dat er een kern- en halfschaduw ontstaat

• Je berekent de lengte van schaduwen met behulp van een vergrotingsfactor en tekeningen.

Vragen aan de klas:

• Hoe ontstaat een schaduw?

• Wat klopte er nu niet aan de tekening van Fokke & Sukke?

• Een voorwerp van 6 cm hoog staat 4 cm van de lichtbron vandaan. De schaduw bevindt zich op 13 cm vanaf de lichtbron. Hoe hoog is deze schaduw?

Varieer een keer!

Tip 1: Toepassen door te tekenen.

Schaduw is een onderwerp dat zich goed leent voor het toepassen van kennis, in plaats van alleen begrijpen. Zet de leerlingen zelf aan het werk als striptekenaars! Laat hen, geïnspireerd op de strip van Fokke en Sukke, eenzelfde soort tekening maken. Dus: met een bron, een voorwerp en de ontvanger daarvan. Alleen moet het deze keer wel kloppen!

Tip 2: Rekenen met schaduw.

Verduister het lokaal en haal een bouw- of bureaulamp tevoorschijn. Vraag een vrijwilliger voor de klas, plaats hem voor deze lamp op een bepaalde afstand en creëer een schaduw op de muur. Vraag aan jouw leerlingen of ze aan de hand van de afstand tot de lamp en tot de muur, de hoogte van de schaduw kunnen bereken.