• 10-15 minuten

• Voorkennis activeren

• Natuurkunde - scheikunde - stoffen - voorspellen - model

Het vak NaSk bestaat eigenlijk uit twee vakken, namelijk natuurkunde en scheikunde. In deze opdracht wordt de voorkennis van de leerlingen geactiveerd over het onderwerp NaSk. Hierbij komen de begrippen natuurkunde, scheikunde, stoffen, voorspellen en model naar voren.

Leerdoelen:

• De leerling kan het begrip natuurkunde beschrijven.

• De leerling kan het begrip scheikunde beschrijven.

• De leerling kan het begrip stoffen beschrijven.

• De leerling kan het begrip voorspellen beschrijven.

• De leerling kan het begrip model beschrijven.

Vragen aan de klas:
Schrijf het woord NaSk groot op het bord. Laat leerlingen met behulp van de werkvorm ‘denken, delen en uitwisselen’ verschillende begrippen bedenken die bij dit onderwerp horen. De leerlingen bedenken eerst zelfstandig een aantal begrippen, delen deze vervolgens met hun buurman/buurvrouw en uiteindelijk worden de begrippen uitgewisseld met de hele klas. Hierbij worden de woorden op het bord geschreven, zodat er een groot woordweb ontstaat.
Ga het gesprek met de leerlingen aan over de begrippen.
Vragen die je kunt stellen om het woordweb te vullen:

• Uit welke woorden bestaat het woord NaSk?

• Wat is het verschil tussen het vak natuurkunde en scheikunde?

• Welke verschijnselen horen bij natuurkunde?

• Wat wordt er vaak gebruikt bij scheikundige proeven?

• Met welk doel voeren mensen proeven uit?

Laat alle begrippen aan bod komen. Benoem ook de begrippen waar de leerlingen zelf niet op komen en ga met de leerlingen in gesprek over de begrippen.

Varieer een keer!

Lestip: Voorbeelden bedenken
Verdeel de klas in tweetallen. Geef ieder tweetal de volgende vijf begrippen:
natuurkundige onderwerpen, scheikundige reacties, stoffen, voorspellen en model.
Laat ieder tweetal van ieder begrip minimaal twee voorbeelden opschrijven. Bespreek vervolgens de voorbeelden klassikaal.