• Listening and watching, writing

• Food, insects, world population

• B1

• Beantwoorden vragen, schrijf een bericht

• Klassikaal, individueel

• 15/30 minuten (video/tekst en vragen), 20 minuten (lestip)

Ongeveer 20% van de wereldbevolking eet insecten, waarom wij niet? Heb jij weleens een kakkerlak gegeten of een sprinkhaan, of zou je het willen proberen? Kijk een video en lees over het eten van insecten op twee websites.

De leerlingen kijken naar een korte reportage over het eten van insecten, maken de vragen en schrijven hun mening in een social media-bericht.

Leerdoel

• Je traint je kijk- en luistervaardigheid

• Je kunt de hoofdpunten begrijpen in een programma over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk belang, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

• Je kunt een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over een onderwerp dat van persoonlijk belang is.

• Je kunt je ervaringen en indrukken beschrijven.

Vragen aan de klas

1. Hoe heten de twee producten die de verslaggever laat zien?

2. Wat is er zo goed aan deze producten behalve dat ze erg lekker zijn?

3. De man van de Jumbo noemt twee redenen waarom ze insecten verkopen. Schrijf ze op.

4. Wat bedoelt de verslaggever met ‘Insects offer a more sustainable alternative to traditional livestock’?

5. Waar dringt de U.N. op aan?

6. Wat is de mening van de meesten van de proevers?

7. Hoeveel proevers vinden ze NIET lekker?

8. De verslaggever denkt dat insecten weleens tot ons lievelingsvoedsel zouden kunnen gaan behoren. Ze noemt hiervoor drie redenen. Welke?

Actieve werkvormen

Lestip: Write about insects

Vraag de leerlingen een social media-bericht te schrijven waarin ze hun mening geven over het eten van insecten.

Schrijf een post voor een social media-platform, zoals Facebook of Instagram. Schrijf dat je deze reportage hebt gezien en geef een reactie. Beantwoord de volgende vragen in je post. Schrijf ongeveer 125 – 150 woorden.

• Waar ging de reportage over?

• Heb je weleens insecten gegeten?

• Zo ja, waar, wanneer, waarom en wat vond je ervan?

• Zo niet, waarom niet?

• Denk je dat er hier in Nederland in de toekomst veel insecten gegeten zullen worden?

• Geldt dat ook voor jou en je familie?