• Kijken & Luisteren, vocabulaire

• A2

• Individueel, tweetal, klassikaal

De Franse hogesnelheidstrein (TGV) rijdt al sinds 1981. Hij wordt dagelijks door duizenden mensen gebruikt om van A naar B te komen en maakt deel uit van het dagelijks leven van veel Europeanen. Maar hoe leg je aan iemand van een andere planeet uit wat de TGV precies inhoudt?

In deze opdracht bekijken de leerlingen een filmpje over de TGV. De leerlingen trainen hun kijk- en luistervaardigheid en ze leren nieuw vocabulaire. Je kunt de leerlingen met deze opdracht individueel of in tweetallen aan het werk laten gaan. Je kunt de opdracht ook klassikaal inzetten.

Leerdoel

• Je leert een korte uitleg begrijpen.

• Je leert relevantie informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen.

Vragen aan de klas

1. 0:00-0:15. Welke eigenschap hebben alle mensen gemeen?

2. 0:16-0:40. Noteer de vertaling van:

   1. de vrije val

   2. de ossekar

   3. de glijbaan

   4. de step

   5. de hogesnelheidstrein

3. 0:41-1:46. De afstand Parijs-Marseille kon in de loop der eeuwen in steeds minder tijd worden afgelegd. Hoeveel scheelt het ongeveer in tijd tussen 1850 en 2010?

4. 1:47-2:30. Wat is het nadeel van reizen per auto?

5. 2:31-3:51. Noteer vier voorbeelden van bezigheden in de trein.

6. 5:24-einde. Luister naar het omroepbericht. Vul de gegevens aan:

   1. nummer TGV:

   2. bestemming (minimaal 3):

   3. vertrek:

   4. spoor: