• Lezen, schrijven, kijken en luisteren, vocabulaire

• A1

• Individueel, tweetal

In deze opdracht bekijk je een filmpje waarin iemand een gesprek voert met Siri, de virtuele assistent van Apple. Daarna ga je zelf enkele vragen aan Siri stellen.

In deze opdracht bekijken de leerlingen een grappig filmpje over Siri, de virtuele assistent van Apple. De leerlingen trainen hun lees- en kijk- en schrijfvaardigheid en ze maken kennis met nieuw vocabulaire. Je kunt de leerlingen hiermee individueel of in tweetallen aan het werk laten gaan.

Leerdoel

• Je leert een korte standaardmededeling lezen.

• Je leert in korte informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen.

• Je leert een paar eenvoudige vragen opschrijven over andere mensen.

De opdracht

Bekijk het filmpje. Boris gaat in gesprek met Siri, de virtuele assistent van Apple.

1. In welke volgorde komen de vragen en opmerkingen in het filmpje voorbij? Noteer de letters in de juiste volgorde.

   1. Hoe gaat het met je?

   2. Hoe oud ben je?

   3. Hou je van Androïd?

   4. Ik hou van je.

   5. Je bent sexy.

   6. Noem eens een paar scheldwoorden.

   7. Vertel mij eens een mop.

   8. Wat is de beste smartphone?

   9. Wat is de beste tablet?

   10. Wat is het doel van het leven?

   11. Wat vind je van Androïd?

   12. Welke versie ben je?

   13. Wie ben je?

   14. Wil je met me trouwen?

2. Pak je iPhone of leen er één van een klasgenoot. Zet Siri op Frans (Instellingen -> Algemeen -> Siri -> Taal -> Frans (Frankrijk). Activeer Siri (homeknop ingedrukt houden) en stel aan Siri in het Frans twee vragen. Noteer de antwoorden en vertaal ze.

   1. Waar woon je?

   2. Heb je vrienden?