Le café, Oldelaf
opdracht

Le café, Oldelaf

195
  • Delen
  • deel via Microsoft
    Teams
  • Lezen, kijken en luisteren, vocabulaire

  • A2

  • Individueel

Houd jij van koffie? In deze opdracht ga je luisteren naar een grappig chanson van de zanger Oldelaf. Het chanson gaat over een man die teveel koffie drinkt. Je bekijkt de bijbehorende clip en leest de tekst van het chanson.

Uw leerlingen gaan luisteren naar een chanson van de zanger Oldelaf en lezen de songtekst van dit lied. Zij trainen hun luister-, lees- en kijkvaardigheid en leren enkele argot-woorden.

Leerdoel

  • Je leert relevante informatie te begrijpen uit een korte, voorspelbare luistertekst zoals een chanson.

  • Je leert specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig alledaags materiaal als een songtekst.

De opdracht

Open het kaartje en bekijk het filmpje in zijn geheel. Ga naar deze site om de songtekst te lezen.

  1. De hoofdpersoon in dit filmpje heet René. Hoeveel kopjes koffie drinkt René minstens op de beschreven dag?

Bekijk het filmpje nogmaals.

  1. Welke van de beweringen over de hoofdpersoon zijn waar? René…

  1. gaat met de taxi naar zijn werk.

  2. heeft een liefdesrelatie met zijn secretaresse.

  3. heeft een liefdesrelatie met een vrouw.

  4. heeft een zoon.

  5. houdt van sterke koffie.

  6. voelt zich steeds meer opgejaagd.

  7. werkt in Marseille.

  8. werkt op een kantoor zonder collega's.

  9. wordt opgepakt omdat hij teveel koffie drinkt.

Bekijk het filmpje nogmaals in delen. Maak ook gebruik van de songtekst.

  1. 0:00-0:24. Welke twee andere woorden voor 'café' hoor je in deze coupletten?.

  2. 0:25-0:46. Leg uit wat René bedoelt met 'je sais m'adapter'.

  3. 0:47-1:08. Geef aan in welk(e) opzicht(en) René verschilt van zijn collega's.

  4. 1:09-1:41. Leg uit waarom René onredelijk is aan de hand van twee concrete voorbeelden.

  5. 1:41-einde. Bedenk een nettere Franse variant voor de volgende woorden. Let erop dat de door jou bedachte synoniemen in de context passen.

    1. putain

    2. con

    3. chialer

    4. les flicsme

    5. choper

  6. Vertel het verhaal in het Frans aan je buurman of buurvrouw. Maak eventueel gebruik van vijf Franse steekwoorden. Eén van jullie vertelt het verhaal vanuit René, de ander vertelt het verhaal vanuit het perspectief van een collega. Wissel na afloop van rol.