Geef de leerlingen een lege bingokaart. De leerlingen schrijven in elk vak een begrip uit de behandelde paragraaf of het voorbije hoofdstuk. Kies als docent eenzelfde aantal begrippen. Speel bingo en spreek voorafgaand af bij welk rijtje een leerling bingo heeft. Wie een goede bingo heeft, vertelt wat de woorden betekenen. Wie een valse bingo heeft, leest de begrippen achterstevoren voor.
Tip: Je kunt ook al ingevulde bingokaarten voor de leerlingen maken met een bingokaartgenerator (link).
Thiemo ondersteunt docenten in hun dagelijkse les.