Met deze actieve werkvorm test je of jouw leerlingen de begrippen/personen/gebeurtenissen én de chronologie van het hoofdstuk te pakken hebben. Door te werken met tekeningen geef je leerlingen de kans om een begrip of gebeurtenis op een andere manier te onthouden. Bovendien is deze werkvorm een uitkomst voor minder talige leerlingen.
Leerlingen moeten de begrippen al hebben behandeld voor je met deze werkvorm start, dus je kunt deze werkvorm het beste aan het eind van een hoofdstuk inzetten.
Leerdoel
Je ordent gebeurtenissen uit het eigen leven en gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdsbalk.
De werkvorm
Elke leerling krijgt een begrip/persoon/gebeurtenis uit het hoofdstuk toegewezen. In de bijlage vind je een lijst met de begrippen, personen en gebeurtenissen per hoofdstuk.
Geef leerlingen de opdracht hun begrip te tekenen. Verzamel alle tekeningen en leg ze voorin de klas. Laat leerlingen in duo’s langs de tekeningen lopen. Van elke tekening geven ze aan welk begrip erbij hoort. Om het makkelijker te maken kun je leerlingen de lijst met begrippen geven, zodat ze weten waar ze uit kunnen kiezen. Daarna schrijven ze op in welke volgende de begrippen/personen/gebeurtenissen zouden moeten liggen (chronologisch).
Bespreek klassikaal na door met de klas de tekeningen voorin in de juiste volgorde te leggen. Je kunt eventueel een foto maken en deze delen met de klas, zodat ze een soort samenvatting van het hoofdstuk hebben.
Thiemo ondersteunt docenten in hun dagelijkse les.