Deze werkvorm is ideaal om met de klas te reflecteren op de leerdoelen van de hoofdstukken en paragrafen. Leerlingen maken met elkaar een beeldsamenvatting van het hoofdstuk. Ze maken met tekeningen of beelden de lesinhoud en (eventueel) de onderlinge verbanden visueel. Ideaal voor leerlingen die niet goed met veel tekst overweg kunnen.

Je besteedt elke les een paar minuten aan de werkvorm, aan het einde van het hoofdstuk heb je het eindresultaat.

De werkvorm

Hang door het lokaal grote vellen papier op, met bovenaan het vel papier met de vraag / het leerdoel van de paragraaf. Als een hoofdstuk 5 paragrafen heeft, hangen er dus 5 vellen papier.

Aan het eind van elke les geef je leerlingen 5 tot 10 minuten de tijd om aan de hand van een tekening antwoord te geven op de paragraaf-vraag (kan ook als huiswerk). Als de tekeningen af zijn, laat je leerlingen stemmen welke drie tekeningen het beste zijn. Deze hang je op het vel papier. Zo maken leerlingen samen een beeldsamenvatting van het hoofdstuk.

Extra inspiratie

Geef leerlingen aan het eind van het hoofdstuk de opdracht in steekwoorden of tekeningen aan te geven wat er tussen de twee paragrafen in is veranderd. Deze schrijven ze of tekenen ze op een pijl, die je tussen de vellen papier kunt plakken. Zo oefenen ze met het leggen van verbanden. Je kunt ook meer nadruk leggen op overeenkomsten, verschillen, oorzaken of gevolgen, afhankelijk van het onderwerp. Dat bepaal je zelf, door de vraag die je stelt.