30 Seconds
artikel

30 Seconds

2.01k
  • Delen
  • deel via Microsoft
    Teams

Speel 30 Seconds met de begrippen en personen uit de geschiedenis. Wat je nodig hebt is de begrippenlijst aan het einde van een hoofdstuk. Je kunt daar eventueel zelf nog begrippen, personen of gebeurtenissen aan toevoegen.

Hieronder vind je de spelinstructies en een kortere spelvariant voor hoe je kunt spelen.

De werkvorm

Laat leerlingen kaartjes maken met daarop 3, 4 of 5 begrippen uit de begrippenlijst. Des te meer begrippen op een kaartje, des te moeilijker. Je kunt spelen met de begrippen uit alle hoofdstukken, of op slechts één onderwerp focussen.

Als alle begrippen op een kaartje staan, kunnen leerlingen starten met spelen. Leerlingen spelen in een duo tegen een ander duo. Ze krijgen steeds 30 seconden om zo veel mogelijk begrippen te raden. De ene leerling van het duo omschrijft de begrippen zonder het begrip te noemen. De ander probeert te raden. Per geraden begrip, krijgt het duo een punt. Het duo met de meeste punten wint.

Tip: laat leerlingen na elk hoofdstuk kaartjes maken. Aan het eind van het jaar heb je elk onderwerp gehad en kun je de kaartjes blijven gebruiken in andere jaren.

Extra inspiratie

Je kunt tijd besparen door zonder kaartjes te spelen. Laat een leerling voorin de klas komen en drie begrippen kiezen (of kies er zelf drie). De leerling krijgt 30 seconden de tijd om de begrippen te omschrijven. De overige leerlingen raden. Daarna kun je een nieuwe leerling naar voren halen en opnieuw een ronde doen.

leerdoelen

  • V.1.1. Tijdsbesef