Begrippen: tsunami – zeebeving - aardbeving

De tsunami van 11 maart 2011 staat voor veel mensen nog vers in het geheugen. De zeebeving met een magnitude van 9 op de schaal van Richter zorgde voor een enorme golf met desastreuze gevolgen. Jouw leerlingen gaan zich aan de hand van een filmpje van National Geographic in deze ramp verdiepen.

Leerdoelen

• Je beschrijft en verklaart de landschapsvormende werking van endogene krachten

• Je beschrijft en verklaart de relaties tussen endogene processen, plaattektoniek, vulkanisme en aardbevingen.

Vragen aan de klas

1. Zou er in Nederland ook zo'n grote tsunami kunnen voorkomen? Waarom wel / niet?

2. Het vaste land van Japan is wel meer dan twee meter verplaatst door de zeebeving. Hoe kan dat?

3. Wat waren de gevolgen van de tsunami voor de steden aan de kust?

4. Zijn er ook gevolgen voor het hele land?

5. In de stad Fukushima ontplofte een kernreactor door de tsunami. Hoe gebeurde dit?

6. Waarom zou er op zo’n ‘gevaarlijke plek’ aan de kust toch een kernreactor liggen?

7. Met paarse schokgolven wordt in het filmpje aangegeven waar de aardbeving precies plaatsvond. Is dit het hypocentrum of het epicentrum?