Groei of krimp in de eigen gemeente
opdracht

Groei of krimp in de eigen gemeente

228
  • Delen
  • deel via Microsoft
    Teams
  • Begrippen: bevolkingskrimp - selectieve migratie - huishoudverdunning - vergrijzing

Jouw leerlingen gaan aan de hand van de interactieve kaarten in dit artikel kijken of de beschreven processen in de paragraaf zichtbaar zijn in hun eigen gemeente.

Leerdoelen

  • Je beschrijft patronen op een kaart en je gaat na of bepaalde patronen samenvallen.

  • Je combineert informatie uit verschillende kaarten/kaartlagen tot kaarten die nieuwe informatie geven.

De werkvorm

Stel jouw leerlingen de volgende vragen bij het artikel.

Vragen bij de inleiding
1. Naast grote en middelgrote steden gaat ook de bevolking in ‘randgemeenten’ toenemen volgens het artikel. Wat wordt met randgemeenten bedoeld? Geef ook een voorbeeld in je antwoord.
2. Een op de vijf gemeenten zal krimpen. Ze liggen ‘aan de randen van Nederland’. Wat wordt daarmee bedoeld? Geef ook een voorbeeld in je antwoord.
3. Waarom vergrijzen die gemeenten ook sneller? Gebruik de begrippen vergrijzing en selectieve migratie in je antwoord.
4. Welk geografisch begrip uit paragraaf 1 past bij de zin ‘Ook wonen steeds meer mensen alleen’?

Vragen bij de kaart ‘Bevolkingsgroei tussen 2018 en 2035 (prognose)’.
5. Wat betekent het woord prognose?
6. Wijs met je muis of vinger je eigen gemeente aan. Met hoeveel procent zal de bevolking naar verwachting groeien of krimpen?
7. Had je dat verwacht na het lezen van de inleiding? Leg je antwoord uit.

Vragen bij het diagram ‘Bevolking in de vier grote steden’.
8. In welk jaar telt Amsterdam waarschijnlijk meer dan 1 miljoen inwoners?
9. Waarom groeien de vier grote steden? Geef twee redenen. Lees eventueel de tekst boven het diagram.

Vragen bij de kaart ‘Percentage 65-plus, 2018’.
10. Wijs met je muis of vinger je eigen gemeente aan. Wat betekenen de percentages die je ziet?
11. Vergelijk dit percentage met de rest van Nederland. Is het hoog of laag? Bedenk er een verklaring voor.
12. Kies nu onder de kaart bij ‘Kies een jaar’ voor 2035. Wat valt je op?
13. Kun je het verschil met 2018 verklaren?

Vragen bij de kaart ‘Percentage alleenwonenden, 2018 (prognose)’.
14. Wijs met je muis of vinger je eigen gemeente aan. Wat betekenen de percentages die je ziet?
15. Vergelijk dit percentage met de rest van Nederland. Is het hoog of laag? Bedenk er een verklaring voor.
16. Kies nu onder de kaart bij ‘Kies een jaar’ voor 2035. Wat valt je op?
17. Kun je het verschil met 2018 verklaren?

Vragen bij de kaart ‘Bevolkingsgroei tussen 2018 en 2035 (prognose)’.
18. Deze kaart kent drie opties: ‘ondergrens prognose’, ‘prognose’ en ‘bovengrens prognose’. Leg de drie opties kort uit.
19. Wijs met je muis of vinger je eigen gemeente aan. Welke percentages zie je?
20. Zoek met behulp van deze link op hoeveel inwoners er in jouw gemeente wonen: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/subsidies-en-regelingen/veranderopgave-inburgering-pilots/documenten/publicaties/subsidies/veranderopgave-inburgering-pilots/tabel-aantal-inwoners-gemeenten-per-1-januari-2019/tabel-aantal-inwoners-gemeenten-per-1-januari-2019-op-alfabetische-volgorde
21. Bekijk nu de percentages van vraag 19 nog een keer. Hoeveel inwoners wonen er in 2035 in jouw gemeente volgens de drie prognoses?
22. Bij vraag 6 heb je geantwoord of de bevolking in jouw gemeente gaat groeien of krimpen. Blijf je bij dat antwoord na het zien van deze drie prognoses? Leg je antwoord uit.