• Begrippen: plattegrond - kaartlezen - kaartsymbolen

Laat jouw leerlingen met Google Maps een route uitzetten door hun favoriete stad. Dit mag in Nederland zijn, maar ook daarbuiten. Geef ze mee dat ze minimaal 7 bezienswaardigheden opnemen in hun tour door de stad. Behalve een screenshot van de bezienswaardigheden maken ze natuurlijk ook een duidelijke routebeschrijving met straatnamen en heldere aanwijzingen.

Leerdoelen

• Je beschrijft de locatie of kenmerken van een verschijnsel of gebied op een kaart

• Je relateert plaatsen op de kaart aan beelden (hoe ziet het eruit?) en/of begrippen (wat is?).

Vragen aan de klas

1. Wat is je favoriete stad in de wereld? Waarom? Als je weleens in een grote stad in Nederland of in het buitenland bent geweest: wie weet dan hoe je moet lopen? Zou je dit zelf ook kunnen?

2. Gebruik je weleens Google Maps? Waarvoor?

Variatietips

• Checken maar! Laat leerlingen de route van een klasgenoot lopen (op Google Maps) en kijken of die route klopt.

• Straatbeeld. Laat leerlingen vijf verschillen opschrijven tussen het straatbeeld in die stad en die van een Nederlandse stad. Waar denken ze dat die verschillen vandaan komen? Merk je ook verschillen tussen steden in bijvoorbeeld Italië of Polen? Bespreek klassikaal of in tweetallen.

• Volkskrant, de gids. Laat leerlingen een artikel schrijven die hoort bij hun wandeling zoals de Volkskrant vaak doet. Op internet kun je voldoende voorbeelden vinden.