Dit hoofdstuk begint met een man die op reis gaat en eindigt met zijn achterkleinkinderen die het land Kanaän verlaten. Wat ze ook doen, goed of slecht; waar ze ook wonen, ver van of in het beloofde land, met vallen en opstaan zijn ze onderweg. Ze zien het niet altijd, maar God heeft een plan met hen.

Maak een strip over Gods plan in het leven van Abraham, Isaak, Jakob of Jozef.

Doe het zo:

• Maak een strip van minimaal drie rijen van twee tekeningen.

• Kies een verhaal waarin Abraham, Isaak, Jakob of Jozef de hoofdrol speelt.

• Gebruik denkwolkjes om te laten zien wat de personages denken.

• Laat in je strip zien welke rol Gods plan lijkt te hebben en hoe Gods plan uitkomt.